ECLI:NL:HR:2009:BI7138

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/13039
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de veroordeling tot betaling van schulden in faillissement

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 september 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een eerdere veroordeling van de eiseres tot betaling van schulden in het kader van faillissementen. De eiseres, wonende in het Verenigd Koninkrijk, was door de curator van de faillissementen van verschillende rechtspersonen gedagvaard. De curator vorderde een hoofdelijke veroordeling van de eiseres en een medebetrokkene tot betaling van een voorschot van € 2.000.000,-- en het resterende bedrag van de schulden van de boedel, dat nader op te maken was bij staat. De rechtbank Amsterdam heeft op 6 april 2005 de eiseres en de medebetrokkene hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag. Hierop heeft de eiseres hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 26 juli 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft de eiseres cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de klachten die in de cassatieprocedure zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent gevolgd, die had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de eiseres bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 5.987,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de rechtszekerheid in faillissementsprocedures.

Uitspraak

18 september 2009
Eerste Kamer
07/13039
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. Meijer,
t e g e n
mr. A. VAN DEN END, handelend in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van Stichting Derdengelden Simoca Ltd., Stichting Derdengelden Simon en de rechtspersonen naar buitenlands recht Conban Beheer Ltd. en Simoca Ltd., h.o.d.n. Conban en Simoca Nederland,
wonende te Utrecht,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. P.J.M. Von Schmidt auf Altenstadt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en de curator.
1. Het geding in feitelijke instanties
De (voorganger van de) curator heeft bij exploot van 24 januari 2003 [eiseres] en [betrokkene 1] gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, [eiseres] en [betrokkene 1] hoofdelijk dan wel afzonderlijk te veroordelen tot betaling van het bedrag van de schulden van de boedel, voor zover die niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, tot een bedrag van € 2.000.000,-- als voorschot, en van het resterende bedrag, nader op te maken bij staat.
[Eiseres] en [betrokkene 1] hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 6 april 2005 [eiseres] en [betrokkene 1] hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan de curator van een voorschot van € 2.000.000,-- en tot betaling aan de curator van het bedrag van de schulden van de boedel voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, nader op te maken bij staat.
Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam en primair gevorderd het vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 6 april 2005 te vernietigen en de zaak terug te wijzen naar de rechtbank teneinde [eiseres] alsnog gelegenheid te geven in vrijwaring te dagvaarden.
Bij arrest van 26 juli 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en het door [eiseres] gevorderde afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op € 5.987,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 18 september 2009.