Uitspraak
1.[eiseres] ,
[eiseres],
2. [eiser] ,
[eiser],
Handel- en Exploitatie Maatschappij voor Onroerende Goederen Bosma B.V.,
Bosma B.V.
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
2.De feiten
6) LAST
van lening te verstrekken aan de schenkers voor een onbepaalde duur aan een
variabele intrestvoet overeenkomend met een normale marktrentevoet nader
tussen partijen overeen te komen qua betaling van de intresten en kapitaal.
25 jaar zal het beheer van de geschonken goederen waargenomen worden door
hun respectievelijke vaders, hier aanwezig en dewelke zich verbinden de gelden te
beheren als een goed huisvader en de gelden enkel aan te wenden voor
studieopleidingen van de begiftigden of duurzame investeringen ten voordele van
de begiftigden.
3.De procedure bij de rechtbank
4.De grieven en de vorderingen bij het hof
5.5. De beoordeling
doorons’ in plaats van ‘
aanons’, waar [naam3] B.V. naar heeft verwezen en waaruit volgens [naam3] B.V. moet worden opgemaakt dat grootmoeder zich niet meer goed kan herinneren hoe alles is gegaan, doet daar niet aan af. Een dergelijke spraakverwarring, zo die daarin al zou moeten worden gelezen, is niet ongebruikelijk en maakt evenmin dat de rest van de verklaring daarmee van onwaarde zou zijn.
Ook [naam1] heeft in zijn stukken, en ook op de zitting bij het hof, verklaard dat het de bedoeling van de grootouders was dat er over het uit te lenen geld een rendement van 4% zou worden behaald.
Verder hecht het hof belang aan het feit dat deze 4% ook gedurende een aantal jaren daadwerkelijk door [naam3] B.V. is betaald, hetgeen eveneens erop wijst dat deze 4% destijds contractueel is overeengekomen. Uit niets blijkt daarentegen dat de contractspartijen hebben willen aansluiten bij hetgeen in de schenkingsakte onder 6a is opgenomen. Dat het, bij gebrek aan een schriftelijke overeenkomst, logisch zou zijn om ‘als aanknopingspunt’ hierbij aan te sluiten, zoals [naam3] B.V. op de zitting bij het hof heeft betoogd, volgt het hof niet. Het gaat immers niet om wat mogelijk logisch zou zijn, maar om wat partijen daadwerkelijk zijn overeengekomen. Overigens heeft [naam3] B.V. in de stukken uitgebreid uiteengezet dat een rente van 4% de normale marktrente, de term die in de schenkingsakte wordt genoemd, ver te boven ging. Ook dat wijst er op dat partijen niet bij de in de akte genoemde normale marktrente hebben willen aansluiten.