ECLI:NL:HR:2009:BI1025

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03422
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering benadeelde partij en vertegenwoordiging door algemeen directeur van rechtspersoon in strafproces

In deze zaak gaat het om een vordering van een benadeelde partij in het strafproces, waarbij de Hoge Raad zich buigt over de vraag of de algemeen directeur van een rechtspersoon deze vordering kan indienen zonder een bijzondere volmacht. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 25 april 2005 een beslissing heeft genomen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1962. De verdachte heeft het beroep ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J. Ruijs. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad overweegt dat het middel van de verdachte berust op de opvatting dat de algemeen directeur van een rechtspersoon slechts met een bijzondere volmacht het voegingsformulier kan ondertekenen en de rechtspersoon kan vertegenwoordigen als benadeelde partij in het strafproces. De Hoge Raad oordeelt dat deze opvatting onjuist is. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte, waarmee de beslissing van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en is uitgesproken op 2 juni 2009.

Uitspraak

2 juni 2009
Strafkamer
nr. 08/03422
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 april 2005, nummer 23/000754-05, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Ruijs, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel behelst de klacht dat het Hof de benadeelde partij ten onrechte ontvankelijk heeft geacht in de vordering.
2.2. Het middel berust op de opvatting dat de algemeen directeur van een rechtspersoon slechts met een bijzondere volmacht namens de rechtspersoon het in art. 51b, eerste lid, Sv bedoelde voegingsformulier kan ondertekenen en de rechtspersoon als benadeelde partij in het strafproces kan vertegenwoordigen. Deze opvatting is onjuist. Het middel is derhalve tevergeefs voorgesteld.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 2 juni 2009.