ECLI:NL:HR:2009:BI1025
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Vordering benadeelde partij en vertegenwoordiging door algemeen directeur van rechtspersoon in strafproces
In deze zaak gaat het om een vordering van een benadeelde partij in het strafproces, waarbij de Hoge Raad zich buigt over de vraag of de algemeen directeur van een rechtspersoon deze vordering kan indienen zonder een bijzondere volmacht. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 25 april 2005 een beslissing heeft genomen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1962. De verdachte heeft het beroep ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J. Ruijs. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad overweegt dat het middel van de verdachte berust op de opvatting dat de algemeen directeur van een rechtspersoon slechts met een bijzondere volmacht het voegingsformulier kan ondertekenen en de rechtspersoon kan vertegenwoordigen als benadeelde partij in het strafproces. De Hoge Raad oordeelt dat deze opvatting onjuist is. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte, waarmee de beslissing van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en is uitgesproken op 2 juni 2009.