ECLI:NL:HR:2009:BH0594
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over brandstichting en poging tot oplichting in Eindhoven
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was betrokken bij een brandstichting in een sportcentrum in Eindhoven op 28 oktober 2005, waarbij hij samen met anderen opzettelijk brand had gesticht. De Hoge Raad behandelde twee hoofdpunten: de bewijsklacht en de kwalificatie van de feiten. Ten aanzien van de bewijsklacht oordeelde de Hoge Raad dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kon worden afgeleid dat er levensgevaar voor anderen te duchten was ten tijde van de brandstichting, zoals vereist door artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht. Dit leidde tot de conclusie dat de klacht terecht was voorgesteld. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat het Hof de kwalificatie van het feit als 'poging tot oplichting' ten onrechte had gegeven, omdat de tenlastelegging en de bewezenverklaring niet alle bestanddelen van artikel 326 Sr bevatten. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.