ECLI:NL:HR:2009:BG9951
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en schadeloosstelling bij invoering van pluimveerechten
In deze zaak hebben de eiseressen, gevestigd te Someren, de Staat der Nederlanden gedagvaard wegens onrechtmatige overheidsdaad in verband met de invoering van een stelsel van pluimveerechten. De eiseressen vorderden onder andere schadevergoeding van € 119.339,06 en een verklaring dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door geen regeling te treffen die hen beschermde tegen onevenredige benadeling in vergelijking met andere pluimveehouders. De rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde de eiseressen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, maar het gerechtshof vernietigde dit vonnis en verklaarde de eiseressen ontvankelijk, maar wees hun vorderingen af. De eiseressen gingen in cassatie tegen het arrest van het hof, waarbij zij onder andere stelden dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom hun beroep op het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel niet werd gehonoreerd. De Hoge Raad oordeelde dat de toetsing van wetgeving aan algemene rechtsbeginselen in strijd is met het toetsingsverbod van artikel 120 van de Grondwet. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde de eiseressen in de proceskosten. Dit arrest bevestigt de scheiding tussen de bevoegdheden van de wetgever en de rechter, en benadrukt dat schadevergoeding onder artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM alleen kan worden toegewezen onder strikte voorwaarden.