ECLI:NL:HR:2009:BG9872
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank te Haarlem, die op 4 juni 2007 het verzet van belanghebbende tegen eerdere uitspraken van de Inspecteur ongegrond verklaarde. De belanghebbende had voor het jaar 2002 aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen, waarop hij bezwaar maakte. De Inspecteur verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De Rechtbank te Haarlem bevestigde deze beslissing. Belanghebbende stelde dat hij op 10 januari 2005 pro forma bezwaar had gemaakt tegen de aanslagen, maar de Inspecteur betwistte de ontvangst van deze brief en stelde dat deze niet als bezwaarschrift kon worden aangemerkt.
De Hoge Raad oordeelde dat de inhoud van de brief van 10 januari 2005 wel degelijk een pro forma bezwaarschrift inhield, waarmee de Rechtbank op onjuiste gronden het verzet ongegrond had verklaard. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van de Rechtbank en verwees de zaak terug naar de Rechtbank te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling van het verzet. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1288, en het griffierecht van € 106. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 16 januari 2009.