ECLI:NL:HR:2008:BF9110
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Afvalstoffenheffing studentenpand en belastingplichtige aanwijzing
In deze zaak gaat het om de afvalstoffenheffing die is opgelegd aan een student die in 2002 in een studentenflat woonde. De gemeente 's-Hertogenbosch had aan de belanghebbende, die als langst ingeschreven stond op het adres, een aanslag opgelegd voor zowel de afvalstoffenheffing als het rioolrecht. Het bezwaar tegen deze aanslagen werd door de heffingsambtenaar niet-ontvankelijk verklaard. Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag voor de afvalstoffenheffing verminderd tot € 60,75. Het College van burgemeester en wethouders heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de belastingrechter niet kan ingaan op de praktische problemen die de belanghebbende ondervindt bij het verhalen van de aanslag op medebewoners. De wetgever is verantwoordelijk voor het creëren van een regeling die deze problemen aanpakt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en vernietigt de aanslag in het rioolrecht. De Hoge Raad bevestigt dat de aanslag in de afvalstoffenheffing niet op een evenredig breukdeel aan de verschillende feitelijke gebruikers kan worden opgelegd, en dat de gemeente de vrijheid heeft om te bepalen wie van de gebruikers aangeslagen wordt.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak voor een duidelijke regeling omtrent de belastingplicht voor afvalstoffenheffing in situaties met meerdere bewoners, en bevestigt dat de gemeente rekening kan houden met de kans op invordering bij het bepalen wie aangeslagen wordt.