ECLI:NL:HR:2008:BE9819
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Ne bis in idem in relatie tot bestuurlijke boete en ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1973 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had beroep ingesteld tegen de veroordeling door het Hof. De advocaat van de verdachte, mr. J. Groen, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarin werd geklaagd over de verwerping van het verweer dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in de vervolging. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarbij hij de gronden uiteenzette in zijn conclusie, die aan het arrest is gehecht. De Hoge Raad heeft de argumenten van de verdachte en de Advocaat-Generaal zorgvuldig overwogen. De Hoge Raad oordeelde dat de strekking en het doel van de relevante wetgeving uiteenlopen, en dat het middel faalt op de door de Advocaat-Generaal uiteengezette gronden. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof werd bekrachtigd. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.P. Balkema en W.M.E. Thomassen, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.