ECLI:NL:HR:2008:BD3138
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en overschrijding redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1996. De Inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd met een verhoging van de nagevorderde belasting van honderd procent. Na bezwaar van belanghebbende werd de verhoging door de Inspecteur verlaagd tot vijftig procent. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad beoordeelt de middelen die door belanghebbende zijn ingediend. Een van de belangrijkste punten van geschil betreft het voorwaardelijke aanbod van belanghebbende tot het leveren van getuigenbewijs, dat door het Hof werd gepasseerd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof dit terecht heeft gedaan, omdat het aanbod niet zou leiden tot een ander oordeel. Daarnaast klaagt belanghebbende over de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Hoge Raad stelt vast dat het Hof niet binnen de wettelijke termijn van twee jaar uitspraak heeft gedaan na de zitting van 8 november 2006, wat in strijd is met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van het Hof, evenals de uitspraak van de Inspecteur, maar enkel voor zover deze betrekking heeft op de verhoging. De verhoging wordt verder kwijtgescholden tot op vijfenveertig procent. Tevens wordt de Staat veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende. Dit arrest is gewezen op 6 juni 2008 en ondertekend door de raadsheren, waarbij de voorzitter verhinderd was om te ondertekenen.