ECLI:NL:HR:2008:BC5343
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over afvalstoffenheffing en rioolrecht in relatie tot eigendom en perceeldefinitie
In deze zaak gaat het om de aanslagen in de afvalstoffenheffing en het rioolrecht die zijn opgelegd aan belanghebbende voor de jaren 2001, 2002 en 2003 door de gemeente Borne. De aanslagen, die op één aanslagbiljet zijn verenigd, zijn na bezwaar door de heffingsambtenaar gehandhaafd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep aangetekend bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de aanslagen vernietigde. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelt dat de woning aan de a-straat 1 te Z in eigendom toebehoort aan de dochter van belanghebbende, terwijl belanghebbende en zijn echtgenote het exclusieve gebruik hebben van bepaalde ruimtes in de woning. De Hoge Raad stelt vast dat de indeling en inrichting van de ruimtes bepalend zijn voor de vraag of deze als afzonderlijk perceel kunnen worden aangemerkt voor de afvalstoffenheffing. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat het gedeelte van belanghebbende, gezien de indeling en inrichting, bestemd is voor het voeren van een eigen particuliere huishouding, en dat de eerdere beslissing van het Hof in dit opzicht een onjuiste rechtsopvatting bevatte.
Wat betreft het rioolrecht oordeelt de Hoge Raad dat het Hof niet heeft miskend dat het gedeelte van belanghebbende niet als afzonderlijk perceel kan worden aangemerkt, maar dat het ook niet als zelfstandig gedeelte van een eigendom kan worden beschouwd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond voor de aanslagen in de afvalstoffenheffing, vernietigt de uitspraak van het Hof in zoverre, en verklaart het beroep in cassatie ongegrond voor de aanslagen in het rioolrecht. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.