ECLI:NL:HR:2008:BC1262
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinder- en partneralimentatie en ontvankelijkheid in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de wijziging van kinder- en partneralimentatie. De man heeft op 8 augustus 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage, waarin hij verzocht om de beschikking van 3 november 2005 te wijzigen. Hij vroeg om een lagere alimentatie voor de kinderen en om te bepalen dat hypotheeklasten niet tot de alimentatieverplichtingen behoren. De vrouw heeft het verzoek bestreden en zelf een hogere alimentatie voor de kinderen en voor haarzelf geëist. De rechtbank heeft op 7 september 2006 de alimentatie voor de kinderen vastgesteld op € 500,-- per maand per kind en de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken met betrekking tot de hypotheeklasten en de verrekeningen.
De man heeft hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft hem op 17 januari 2007 niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Hierop heeft de man cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De vrouw heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten van de man beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de man verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de rechtbank en het gerechtshof in stand blijven.