ECLI:NL:HR:2008:BB5923
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Huurprijsbepaling en ontvankelijkheid in cassatie na tussentijdse huurprijsafspraak
In deze zaak gaat het om de huurprijs van een bedrijfsruimte die door [verweerder 1] wordt gehuurd van [eiser]. De huurovereenkomst is in 1993 aangegaan voor een periode van vijf jaar, met een huurprijs van ƒ 60.000,-- per jaar. Na afloop van deze periode is de huurprijs niet opnieuw vastgesteld, wat leidde tot een geschil over de huurprijs die per 1 juni 1998 zou moeten gelden. [Verweerder 1] heeft de kantonrechter verzocht om de huurprijs vast te stellen, maar [eiser] betoogde dat er een nieuwe huurprijs was afgesproken per 1 april 1996, waardoor [verweerder 1] niet ontvankelijk zou zijn in zijn vordering.
De kantonrechter heeft de huurprijs vastgesteld op ƒ 58.862,-- exclusief BTW per jaar, maar [eiser] ging in hoger beroep. Het gerechtshof te Arnhem heeft de vonnissen van de kantonrechter bekrachtigd, maar [eiser] heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de tussentijdse huurprijsafspraak van 1 april 1996 van belang is voor de ontvankelijkheid van [verweerder 1]. De Hoge Raad oordeelt dat er ten minste vijf jaren moeten verstrijken na een tussentijdse huurprijsafspraak voordat een rechter een nieuwe huurprijs kan vaststellen. Aangezien er minder dan vijf jaren waren verstreken, verklaart de Hoge Raad [verweerder 1] niet-ontvankelijk in zijn vordering en vernietigt de eerdere vonnissen en arresten.
De Hoge Raad heeft de kosten van de procedure aan [verweerder 1] opgelegd, die in totaal op € 6.196,71 zijn begroot. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 1 februari 2008.