ECLI:NL:HR:2007:BC0652
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Leges en de behandeling van een aanvraag voor een bouwvergunning
In deze zaak gaat het om de vraag of de gemeente Haaren de aanvraag van belanghebbende voor een bouwvergunning in behandeling heeft genomen, en of er leges geheven mochten worden. Belanghebbende, een BV, diende op 2 februari 2000 een aanvraag in bij het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren. Na een eerste beoordeling ontving belanghebbende op 7 februari 2000 een nota leges in verband met de aanvraag. Het College verzocht belanghebbende op 11 februari 2000 om aanvullende gegevens, welke op 25 februari 2000 werden ingediend. Echter, het College concludeerde dat de aangeleverde gegevens onvoldoende waren en besloot de aanvraag niet verder in behandeling te nemen op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Belanghebbende ging in beroep tegen deze beslissing bij het Gerechtshof, dat op 9 juni 2004 het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende stelde vervolgens cassatie in bij de Hoge Raad. De Hoge Raad moest beoordelen of het Hof terecht had geoordeeld dat de aanvraag in behandeling was genomen, ondanks het besluit van het College om de aanvraag niet verder te behandelen. De Hoge Raad oordeelde dat de term 'in behandeling nemen' in de tarieventabel van de gemeente Haaren moest worden uitgelegd in het licht van de Gemeentewet, die het recht geeft om leges te heffen voor verstrekte diensten.
De Hoge Raad concludeerde dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd en dat de gemeente de aanvraag in feite in behandeling had genomen, wat leges rechtvaardigde. Het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard, en de Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 21 december 2007.