ECLI:NL:HR:2007:BB6459
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de vaststelling van verlies uit werk en woning in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 oktober 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vaststelling van een verlies uit werk en woning voor de inkomstenbelasting van het jaar 2001. De Inspecteur had bij de vaststelling van de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen het verlies uit werk en woning vastgesteld op nihil, zonder een ondernemingsverlies te erkennen. Na bezwaar van de belanghebbende handhaafde de Inspecteur deze beschikking, waarop de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot cassatie door de belanghebbende.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de belanghebbende gegrond waren. De stelling van de belanghebbende, die bedoeld was om het ondernemerschap te onderbouwen, had betrekking op de winstpotentie en niet op de toerekenbaarheid van een specifiek voordeel aan het jaar 2001. Dit betekende dat het oordeel van het Hof niet kon standhouden. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest.
Daarnaast werd bepaald dat de Staat het griffierecht van € 105 aan de belanghebbende moest vergoeden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten, en dat het verwijzingshof zou beoordelen of er een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof aan de belanghebbende moest worden toegekend.