ECLI:NL:HR:2007:BB4955
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over strafoplegging en motivering door het Hof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, waarbij het Hof een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf had opgelegd. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van het Hof omtrent de strafoplegging onvoldoende was. Het Hof had in zijn oordeel verwezen naar 'mutaties' in het dossier, maar had niet duidelijk gemaakt wat deze mutaties inhielden en hoe deze van invloed waren op de strafmaat. Hierdoor was het oordeel van het Hof niet begrijpelijk. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de straf. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de veroordeling voor mishandeling in stand bleef. De zaak benadrukt het belang van een duidelijke en begrijpelijke motivering van de straf door de rechter, vooral wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden die de strafmaat beïnvloeden.