ECLI:NL:HR:2007:BA9619
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie na beëindiging van een relatie tussen levenspartners
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige levenspartners over de wijziging van een in een convenant vastgestelde kinderalimentatie. De man heeft op 19 oktober 2005 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Arnhem om de beschikking van 25 oktober 2004 te wijzigen, waarin was bepaald dat hij € 113,45 per kind per maand zou betalen. Hij verzocht de bijdrage met terugwerkende kracht op nihil te stellen, onder verwijzing naar gewijzigde omstandigheden. De vrouw heeft het verzoek bestreden, waarna de rechtbank op 30 januari 2006 de alimentatie met ingang van 1 november 2005 op nihil heeft gesteld. De man ging in hoger beroep, maar het gerechtshof te Arnhem verklaarde hem niet-ontvankelijk in zijn verzoek. Hierop heeft de man cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de man onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake was van een relevante wijziging van omstandigheden die de wijziging van de alimentatie rechtvaardigde. Het hof had de maatstaf van artikel 1:401 lid 5 BW correct toegepast, omdat er zowel een rechterlijke uitspraak als een overeenkomst was die de alimentatie vaststelde. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke maatstaven bij de vaststelling van alimentatie en de noodzaak voor de onderhoudsplichtige om aan te tonen dat zijn financiële situatie zodanig is veranderd dat de bestaande alimentatie niet langer houdbaar is. De uitspraak biedt ook inzicht in de toepassing van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot alimentatie en de verantwoordelijkheden van beide ouders.