ECLI:NL:HR:2007:BA7935
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Politierechter inzake ongewenstverklaring van een vreemdeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 september 2007 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Dordrecht. De aanvrager was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken voor het verblijven in Nederland terwijl hij als ongewenst vreemdeling was verklaard. De aanvrage tot herziening is ingediend door mr. B.J. Manspeaker, advocaat te Dordrecht, en is gebaseerd op de stelling dat de beschikking van de minister voor Vreemdelingenzaken, waarbij de aanvrager ongewenst was verklaard, is ingetrokken. Deze intrekking werd bevestigd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst in een brief van 13 oktober 2006.
De Hoge Raad oordeelde dat de intrekking van de beschikking van 23 februari 2006 moet worden verstaan als dat deze nimmer is gegeven. Dit leidde tot het ernstige vermoeden dat de Politierechter, als deze op de hoogte was geweest van de intrekking, de aanvrager van het tenlastegelegde feit zou hebben vrijgesproken. De Hoge Raad verklaarde de aanvrage tot herziening gegrond en beval de opschorting van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Politierechter. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling op basis van artikel 467 van het Wetboek van Strafvordering.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de juiste toepassing van de wet en de noodzaak om rekening te houden met nieuwe feiten en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de uitkomst van een rechtszaak. Dit arrest is een belangrijke bevestiging van de rechtsbescherming van vreemdelingen in Nederland.