Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De beoordeling
Verwijderen en afvoeren asbesthoudende dakplaten van een te renoveren loods volgens afspraak
- Organisatorische werkzaamheden (benodigde papieren, inclusief het aanmelden van de werkzaamheden bij de verschillende instanties )
- Het verwijderen van de asbesthoudende materialen zoals hierboven genoemde.
- Beschermingsmiddelen en veiligheidsmaatregelen
- Verbruik en verpakkingsmaterialen.
- (…)
"dat de werkzaamheden nu maar eens moesten gebeuren".
rief Iricht zich tegen de zinsnede:
"In tegendeel, uit het hiervoor geciteerde gedeelte uit de dagvaarding blijkt juist dat [appellante] van mening is dat [geïntimeerde] - anders dan de IJzeren Man - niet aansprakelijk is voor de onderhavige schade."in r.o. 6.3.1. van het vonnis van 27 juli 2011. In de toelichting op de grief voert [appellante] aan dat de rechtbank ten onrechte overweegt dat [appellante] [geïntimeerde] niet aansprakelijk houdt voor de ontstane schade.
"Voor zover op [geïntimeerde] al een waarschuwingsplicht rustte en het niet een feit van algemene bekendheid is dat het vervangen van een dak in de regen de nodige risico's op waterschade met zich brengt - heeft [geïntimeerde] dan naar het oordeel van de rechtbank aan deze waarschuwingsplicht voldaan. De rechtbank constateert dat [appellante] ter comparitie van partijen tevens heeft erkend dat zij later - kennelijk nadat zij eerst (zoals [geïntimeerde] heeft gesteld) had ingestemd met een uitstel van de werkzaamheden - tegen [geïntimeerde] heeft gezegd dat het nu "wel eens een keer moest gebeuren". Naar het oordeel van de rechtbank heeft [geïntimeerde] deze verklaring redelijkerwijs aldus mogen begrijpen - zoals zij stelt te hebben gedaan - dat [appellante] de werkzaamheden op de geplande datum door wenste te laten gaan ondanks de slechte weersvoorspelling. Daarmee heeft [appellante] welbewust het risico op waterschade aanvaard. Indien [appellante] met deze verklaring niet heeft bedoeld de werkzaamheden op de onderhavige dag doorgang te laten vinden, had het naar het oordeel van de rechtbank op de weg van [appellante] gelegen om voor de aanvang van de werkzaamheden door [geïntimeerde] aan laatstgenoemde mee te delen. [appellante] was op dat moment immers in het bedrijfspand aanwezig."In de toelichting op de grieven heeft [appellante], kort gezegd, gesteld dat: [geïntimeerde] uit de opmerking van [X] niet heeft mogen opmaken dat, mede gelet op artikel 7:754 BW, de werkzaamheden doorgang moesten vinden en dat het op de weg van [geïntimeerde] had gelegen maatregelen te treffen om waterschade te voorkomen. Het hof ziet aanleiding de grieven gezamenlijk te beoordelen.
8 en 9 december 2008 ter plekke aanwezig maar heeft nagelaten, ondanks zijn eigen verklaring dat het die tweede dag om 07.00 uur al regende, om de werkzaamheden te doen staken.
beschermings- en veiligheidsmaatregelen" worden getroffen (r.o. 2.1.2.), maar gelet op de aard van de werkzaamheden en de plaats van voornoemde zinsnede in de opsomming van de werkzaamheden in de offerte, is het hof van oordeel dat die zinsnede ziet op de maatregelen die dienen te worden getroffen wegens het werken met asbesthoudend materiaal. Feiten en omstandigheden die tot een andere uitleg kunnen leiden zijn niet althans in onvoldoende mate gesteld noch gebleken.
grief Vgeen beoordeling.
3.De beslissing
9 september 2014.