ECLI:NL:HR:2007:BA6408
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over loonbegrip en brutering bij compromis tussen belanghebbende en Inspecteur
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X V.O.F. tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 februari 2004, waarin besluiten van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) zijn bevestigd. Deze besluiten betroffen correctienota's voor verschuldigde premies over de jaren 1991 tot en met 1995. Na bezwaar tegen deze besluiten heeft de Rechtbank te 's-Hertogenbosch het beroep ongegrond verklaard, waarna belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld bij de Centrale Raad. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de Centrale Raad terecht heeft geoordeeld dat het Lisv tot brutering is overgegaan, omdat de betalingen aan de werknemers zijn gedaan onder omstandigheden die verhaal van de verschuldigde loonbelasting en premie volksverzekeringen op de werknemers uitsluiten. Belanghebbende stelde dat er een compromis was gesloten met de belastingdienst in 1999, waarbij aanzienlijke bedragen aan loonbelasting en premie zouden worden kwijtgescholden. De Hoge Raad oordeelt dat de Centrale Raad dit compromis niet als een vaststellingsovereenkomst heeft aangemerkt, en dat de Centrale Raad geen onjuiste opvatting heeft gegeven over het begrip loon in de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV).
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet en de raadsheren P.J. van Amersfoort, P. Lourens, A.R. Leemreis en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 14 september 2007.