ECLI:NL:HR:2007:BA6306
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Uitlevering en gewijzigde samenstelling van de Rechtbank
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 augustus 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een uitspraak van de Rechtbank te Rotterdam van 19 februari 2007. Het betreft een verzoek tot uitlevering van een opgeëiste persoon door het Koninkrijk Noorwegen. De opgeëiste persoon, geboren in 1981 en 1980, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting. Het beroep in cassatie is ingesteld door de opgeëiste persoon, vertegenwoordigd door mr. J.Y. Taekema, advocaat te 's-Gravenhage.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de Rechtbank op 5 februari 2007 anders was samengesteld dan op de eerdere zittingen van 23 augustus en 4 december 2006. De zaak was op 4 december 2006 geschorst zonder inhoudelijke behandeling, zodat er geen noodzaak was voor de Rechtbank om het onderzoek opnieuw aan te vangen. De Hoge Raad oordeelt dat het middel van de opgeëiste persoon niet tot cassatie kan leiden, omdat er geen rechtsvragen zijn die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moeten worden.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat het beroep verworpen moet worden. De Hoge Raad volgt deze conclusie en verwerpt het beroep, zonder dat er grond is voor vernietiging van de bestreden uitspraak. Het arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is op 28 augustus 2007 uitgesproken.