ECLI:NL:HR:2007:BA1525
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Uitspraak over uitvoerbaarverklaring bij voorraad van dwangbevelen in invorderingszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juni 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een invorderingszaak. Eiser, wonende in België, had de Ontvanger van de Belastingdienst gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, waarbij hij verzet aantekende tegen de tenuitvoerlegging van dwangbevelen die waren uitgevaardigd voor de invordering van navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting over de jaren 1986-1996. De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond, maar weigerde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Eiser ging in hoger beroep, maar het gerechtshof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank. Eiser stelde cassatie in tegen het arrest van het hof, terwijl de Ontvanger een incidentele vordering indiende tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het door het hof bekrachtigde vonnis.
De Hoge Raad oordeelde dat de incidentele vordering van de Ontvanger toewijsbaar was. De Hoge Raad benadrukte dat de schorsende werking van het verzet kan worden opgeheven indien de belastingschuldige misbruik maakt van zijn bevoegdheid om verzet aan te tekenen. In dit geval was het verzet van eiser kansloos, omdat hij zijn verzet baseerde op argumenten die niet gegrond waren volgens de wet. De Hoge Raad verklaarde het arrest van het gerechtshof uitvoerbaar bij voorraad en veroordeelde eiser in de kosten van het incident. Dit arrest bevestigt de mogelijkheid voor de Ontvanger om een vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad in te dienen, zelfs na ongegrondverklaring van verzet in eerste aanleg.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de invordering van belastingen en de mogelijkheden voor belastingplichtigen om verzet aan te tekenen tegen dwangbevelen. Het benadrukt ook de noodzaak voor belastingplichtigen om hun verzet goed te onderbouwen, aangezien kansloos verzet kan leiden tot extra kosten en een versnelde invordering van belastingschulden.