ECLI:NL:HR:2007:AZ9122
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Schending van goed werkgeverschap bij overgang van onderneming en informatievoorziening aan werknemers
In deze zaak heeft de werkneemster, die van 1 september 1984 tot 1 november 2003 in dienst was bij de Rabobank, de bank gedagvaard wegens schending van goed werkgeverschap. De werkneemster vorderde een schadevergoeding van € 7.831,--, stellende dat de Rabobank in strijd heeft gehandeld met artikel 7:611 BW door onjuiste informatie te verstrekken en ongeoorloofde druk uit te oefenen bij de overgang van haar functie naar Globe Reisburo BV. De Rabobank had aangekondigd de afdeling 'reizen' te sluiten en de werkneemster moest kiezen tussen een slechtere arbeidsovereenkomst bij Globe of een beëindiging van haar dienstverband zonder recht op een WW-uitkering. De kantonrechter wees de vordering van de werkneemster af, maar het gerechtshof vernietigde dit vonnis en gaf de werkneemster gelijk. De Rabobank ging in cassatie tegen dit arrest.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rabobank zich niet als een goed werkgever heeft gedragen. De informatievoorziening aan de werkneemster was onvolledig en onjuist, waardoor zij onder druk werd gezet om een keuze te maken die niet in haar belang was. De Rabobank had de werkneemster niet voldoende geïnformeerd over haar rechtspositie bij de overgang van de onderneming, en de druk die werd uitgeoefend door te wijzen op solidariteit met andere medewerkers was ongeoorloofd. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof dat de Rabobank de algemene norm van goed werkgeverschap had geschonden en verwierp het beroep van de Rabobank. De Rabobank werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.