ECLI:NL:HR:2007:AZ4567
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het arrest van het gerechtshof inzake de verdeling van de huwelijksgemeenschap en gebruiksvergoeding
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de verdeling van hun huwelijksgemeenschap en de gebruiksvergoeding voor de echtelijke woning. De vrouw, eiseres tot cassatie, heeft in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 1 juni 2005 werd gewezen. Het hof had het tussenvonnis van de rechtbank vernietigd en de gebruiksvergoeding voor de woning vastgesteld op € 1.738,74 per maand, te betalen door de vrouw aan de man, verweerder in cassatie. De rechtbank had eerder de vrouw veroordeeld tot betaling van een vergoeding van € 12.000,-- per jaar. De man had in hoger beroep zijn eis vermeerderd en de vrouw had incidenteel hoger beroep ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof buiten de rechtsstrijd van partijen is getreden door te oordelen dat de waarde van het appartement van de man niet in de verrekening moet worden betrokken. Dit oordeel is in strijd met de huwelijkse voorwaarden die partijen zijn overeengekomen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. In het incidentele beroep van de man wordt het beroep verworpen. De kosten van het geding in cassatie worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
De zaak behandelt belangrijke aspecten van het familierecht, waaronder de verdeling van de huwelijksgemeenschap, de waardering van onroerend goed en de verplichtingen van partijen onder huwelijkse voorwaarden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor rechters om binnen de grenzen van de rechtsstrijd te blijven en de relevante bepalingen van het Burgerlijk Wetboek correct toe te passen.