ECLI:NL:HR:2007:AZ4077
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Bevel tot bloedonderzoek en de voorwaarden voor medewerking aan een dergelijk onderzoek onder de Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 februari 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was beschuldigd van het niet meewerken aan een bloedonderzoek, nadat hij was aangehouden op verdenking van rijden onder invloed van alcohol en andere stoffen. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 22 april 2003 werd de verdachte, die met een beschadigde auto reed, door de politie aangehouden. De verbalisanten constateerden dat de verdachte onder invloed leek te zijn van alcohol en andere stoffen, wat werd ondersteund door recepten voor zware medicijnen die hij bij zich had. Ondanks herhaalde verzoeken weigerde de verdachte mee te werken aan een ademonderzoek en later ook aan een bloedonderzoek. De hulpofficier van justitie gaf hem een bevel om zich aan het bloedonderzoek te onderwerpen, maar de verdachte gaf hier geen gehoor aan.
In hoger beroep werd het verweer van de verdachte verworpen, waarbij werd gesteld dat er onvoldoende reden was om te vermoeden dat hij onder invloed was van andere stoffen dan alcohol. Het Hof oordeelde echter dat er voldoende aanwijzingen waren voor het vermoeden van gebruik van andere stoffen, en dat de verdachte's verzoek om eerst met een arts te spreken, niet als een geldige reden voor weigering kon worden beschouwd. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en oordeelde dat de wetgeving het mogelijk maakt om een bloedonderzoek te bevelen, zelfs als er geen ademonderzoek heeft plaatsgevonden, mits er voldoende vermoedens zijn van gebruik van andere stoffen.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarbij werd vastgesteld dat de procedure correct was gevolgd en dat de verdachte niet had voldaan aan de wettelijke verplichtingen om mee te werken aan het bloedonderzoek. Dit arrest benadrukt de voorwaarden waaronder een bloedonderzoek kan worden bevolen en de rechten van de verdachte in het kader van de Wegenverkeerswet 1994.