ECLI:NL:HR:2007:AZ2895
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Arbeidsgeschil over schadevergoeding na ontslag op staande voet door alcoholgebruik
In deze zaak gaat het om een arbeidsgeschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Hekbouw B.V. De werknemer was ontslagen op staande voet na een ongeval met een leaseauto, waarbij hij onder invloed van alcohol verkeerde. De schade aan de auto, die total loss werd verklaard, werd niet gedekt door de WA-cascoverzekering. Hekbouw vorderde van de werknemer een schadevergoeding van € 8.168,04, maar de werknemer verweerde zich door te stellen dat Hekbouw niet tijdig haar voornemen tot verhaal van de schade had kenbaar gemaakt, zoals vereist door de CAO.
De rechtbank had de vordering van Hekbouw afgewezen, maar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch vernietigde dit vonnis en bekrachtigde het eerdere verstekvonnis. De werknemer ging in cassatie bij de Hoge Raad, die oordeelde dat de termijn voor Hekbouw om de werknemer aansprakelijk te stellen was gaan lopen op het moment dat Hekbouw op de hoogte was van de omstandigheden die tot de schade leidden. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat Hekbouw niet binnen de vereiste termijn had gehandeld, waardoor de vordering niet kon worden toegewezen.