ECLI:NL:GHSGR:2009:BI1722
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.W. van Rijkom
- M.H. van Coeverden
- S.W. Kuip
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werknemer voor schade veroorzaakt onder invloed van alcohol tijdens werk
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een werknemer, [de werknemer], die onder invloed van alcohol een ongeval heeft veroorzaakt met een door zijn werkgever, Hekbouw B.V., ter beschikking gestelde auto. De werknemer was op 14 juli 2001 betrokken bij een ongeval in België, waarbij de auto total loss raakte. Hekbouw heeft de werknemer op staande voet ontslagen en later een beëindigingsovereenkomst gesloten, waarin een finale kwijtingsclausule was opgenomen. Hekbouw vorderde schadevergoeding van de werknemer op basis van artikel 7:661 BW, dat de aansprakelijkheid van de werknemer regelt in het geval van schade veroorzaakt tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
De Hoge Raad had eerder in een arrest van 12 januari 2007 het hof 's-Hertogenbosch verzocht om de grieven van Hekbouw te onderzoeken, die betrekking hadden op de finale kwijtingsclausule en de vervaltermijn in de toepasselijke CAO. Het hof oordeelde dat de werknemer, ondanks de kwijtingsclausule, aansprakelijk was voor de schade, omdat hij opzettelijk onder invloed van alcohol had gereden. Hekbouw stelde dat de werknemer zijn verplichtingen als werknemer had geschonden door het ongeval te veroorzaken en dat hij de schade moest vergoeden.
Het hof concludeerde dat de grieven van Hekbouw falen, omdat de werknemer niet in staat was om de gevolgen van zijn handelen te ontlopen door te verwijzen naar de vervaltermijn in de CAO. De rechtbank Breda had eerder in haar vonnis de vordering van Hekbouw afgewezen, en het hof bekrachtigde dit vonnis. Hekbouw werd veroordeeld in de proceskosten van de werknemer. De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers en werkgevers in situaties van schade veroorzaakt door onrechtmatig gedrag tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.