ECLI:NL:HR:2007:AZ2656

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R05/031HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nietigverklaring van een overeenkomst wegens dwang, bedrog en/of dwaling in een Antilliaanse zaak

In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden diende, gaat het om een vordering tot nietigverklaring van een overeenkomst die door Marielle Investments N.V., gevestigd op Curaçao, was gesloten met ING Bank N.V. en ING Trust (Antilles) N.V. De eiseres, Marielle, stelde dat de overeenkomst tot stand was gekomen onder dwang, bedrog en/of dwaling. Deze zaak is een vervolg op een eerder arrest van de Hoge Raad van 23 november 2001, waarin het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd vernietigd en de zaak ter verdere behandeling werd verwezen naar dat hof.

Na de verwijzing heeft het hof verschillende tussenvonnissen gewezen, waarin onder andere een comparitie van partijen werd gelast en Marielle werd toegelaten tot bewijslevering. Uiteindelijk bevestigde het hof op 30 november 2004 het vonnis van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en Aruba. Marielle heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit vonnis.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 30 maart 2007 het beroep van Marielle verworpen. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal was dat het beroep niet tot cassatie kon leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Marielle werd bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van ING Bank en ING Trust op nihil werden begroot.

Uitspraak

30 maart 2007
Eerste Kamer
Nr. R05/031HR
MK/RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
MARIELLE INVESTMENTS N.V.,
gevestigd op Curaçao,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk,
t e g e n
1. ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. ING TRUST (ANTILLES) N.V.,
gevestigd op Curaçao, Nederlandse Antillen,
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in voorgaande instanties tussen thans eiseres tot cassatie - verder te noemen: Marielle - en thans verweersters in cassatie - verder afzonderlijk te noemen: ING Bank en ING Trust - verwijst de Hoge Raad naar zijn arrest van 23 november 2001, rek.nr. R99/205, NJ 2002, 25.
Bij dat arrest heeft de Hoge Raad het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 7 september 1999 vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar dat hof.
Na verwijzing heeft het hof bij tussenvonnis van 23 april 2002 ING Bank en ING Trust in de gelegenheid gesteld om een akte te nemen en de zaak daartoe verwezen naar de rol. Bij tussenvonnis van 7 januari 2003 heeft het hof een comparitie van partijen gelast, bij tussenvonnis van 25 februari 2003 Marielle toegelaten tot bewijslevering en bij tussenvonnis van 23 maart 2004 ING Bank en ING Trust toegelaten een akte uitlating producties te nemen. Bij eindvonnis van 30 november 2004 heeft het hof het vonnis van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en Aruba van 12 oktober 1998 bevestigd.
Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het hof heeft Marielle beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
ING Bank en ING Trust zijn in cassatie niet verschenen.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Marielle in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ING Bank en ING Trust begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 30 maart 2007.