ECLI:NL:HR:2007:AZ2656
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nietigverklaring van een overeenkomst wegens dwang, bedrog en/of dwaling in een Antilliaanse zaak
In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden diende, gaat het om een vordering tot nietigverklaring van een overeenkomst die door Marielle Investments N.V., gevestigd op Curaçao, was gesloten met ING Bank N.V. en ING Trust (Antilles) N.V. De eiseres, Marielle, stelde dat de overeenkomst tot stand was gekomen onder dwang, bedrog en/of dwaling. Deze zaak is een vervolg op een eerder arrest van de Hoge Raad van 23 november 2001, waarin het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd vernietigd en de zaak ter verdere behandeling werd verwezen naar dat hof.
Na de verwijzing heeft het hof verschillende tussenvonnissen gewezen, waarin onder andere een comparitie van partijen werd gelast en Marielle werd toegelaten tot bewijslevering. Uiteindelijk bevestigde het hof op 30 november 2004 het vonnis van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en Aruba. Marielle heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit vonnis.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 30 maart 2007 het beroep van Marielle verworpen. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal was dat het beroep niet tot cassatie kon leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Marielle werd bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van ING Bank en ING Trust op nihil werden begroot.