ECLI:NL:HR:2007:AY8543
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1999, waarbij de Inspecteur na bezwaar de aanslag had verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 57.404. De belanghebbende, hierna aangeduid als X, ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur vernietigde en de aanslag verder verlaagde tot ƒ 53.883. De Staatssecretaris van Financiën was het niet eens met deze uitspraak en stelde beroep in cassatie in.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het verweer van de Inspecteur ter zitting niet in overweging is genomen. De Inspecteur had standpunten ingenomen die een uitbreiding van de rechtsstrijd vormden, maar het Hof heeft hier niet adequaat op gereageerd. De Hoge Raad concludeert dat de beslissing van het Hof ontoereikend gemotiveerd is, vooral omdat het Hof niet heeft uitgelegd waarom het verweer van de Inspecteur niet werd meegenomen in de beoordeling. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep van de Staatssecretaris gegrond is.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten, en dat het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de proceskosten aan belanghebbende moet worden toegekend. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 23 februari 2007.