ECLI:NL:HR:2006:AY9493
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof inzake de waardering van onroerende zaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. De zaak betreft de waardering van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De waarde was aanvankelijk vastgesteld op ƒ 21.803.000, maar na bezwaar door de belanghebbende, Stichting X, werd deze waarde door de heffingsambtenaar verlaagd naar ƒ 20.504.000. De belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof, dat de waarde verder verlaagde naar ƒ 17.390.000.
De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof een onjuiste rechtsopvatting had toegepast door de waarde te baseren op het gemiddelde van de door partijen voorgestane bedragen, zonder zelf een deugdelijke motivering te geven voor de vastgestelde waarde. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling en beslissing. De Hoge Raad benadrukte dat in dergelijke gevallen de rechter zelf tot een waarde moet komen, eventueel na het inwinnen van deskundigenadvies, en dat de uitspraak van het Hof niet voldeed aan de eisen van de wet met betrekking tot de motivering.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, en het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof aan de belanghebbende moet worden toegekend.