Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
2.500,--
2.500,--
40.500,--
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
€ 22.575
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de waardering van een pand dat door de erflaatster, mevrouw A, is geëxploiteerd tot 1 september 2009. Na de staking van haar onderneming is het pand voor € 635.000 van het ondernemingsvermogen naar het privévermogen overgebracht. De erfgenamen hebben het pand vanaf dat moment verhuurd voor € 76.140 per jaar. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft de stakingswinst verhoogd met € 355.000, omdat hij de waarde van het pand op het stakingsmoment op € 990.000 heeft vastgesteld, gebaseerd op de huurprijs. De erfgenamen hebben echter een lagere waarde bepleit, omdat zij van mening zijn dat de huurprijs niet marktconform is. De Rechtbank heeft de waarde van het pand vastgesteld op € 850.000, een oordeel dat door het Hof in hoger beroep is bevestigd. Het Hof oordeelt dat geen van de partijen de door hen verdedigde waarde aannemelijk heeft gemaakt en stelt de waarde van het pand in goede justitie vast op € 850.000. Het hoger beroep van de erfgenamen wordt ongegrond verklaard.