ECLI:NL:HR:2006:AX9177
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Noodweer en mogelijkheid zich aan aanranding te onttrekken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 november 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was veroordeeld voor mishandeling, waarbij hij op 27 december 2003 in Nieuwegein het slachtoffer met zijn vuist tegen het linkeroog had geslagen, wat leidde tot zwaar lichamelijk letsel. De verdachte voerde aan dat hij handelde uit noodweer, omdat hij zich bedreigd voelde door het slachtoffer, die agressief op hem afkwam. Het hof verwierp dit beroep op noodweer, omdat niet aannemelijk was geworden dat de verdachte zich niet had kunnen onttrekken aan de situatie door weg te lopen. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van het hof ontoereikend was, omdat het hof onvoldoende rekening had gehouden met de feitelijke omstandigheden die door de verdachte en getuigen waren aangevoerd. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij de beoordeling van noodweer niet alleen naar de handelingen van de verdachte te kijken, maar ook naar de context en de omstandigheden waaronder deze handelingen plaatsvonden. De uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de toepassing van noodweer in strafzaken.