ECLI:NL:HR:2006:AX6283
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift tegen teruggave inbeslaggenomen auto
In deze zaak gaat het om een klaagschrift dat is ingediend door de klager tegen het voornemen van de Officier van Justitie om een inbeslaggenomen personenauto terug te geven aan een ander dan de beslagene. De klager, geboren in 1965 en wonende te [woonplaats], heeft het klaagschrift ingediend naar aanleiding van de beslissing van de Rechtbank te Zwolle-Lelystad van 13 juli 2005, waarin het beklag ongegrond werd verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank niet de juiste maatstaf heeft gehanteerd bij de beoordeling van het klaagschrift. Volgens artikel 116, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat het de rechter niet vrij om in de beoordeling van het klaagschrift te treden in de vraag of er belang aan de teruggave in de weg staat. De maatstaf die moet worden gehanteerd is of degene aan wie de Officier van Justitie voornemens is het voorwerp terug te geven, redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. De Hoge Raad concludeert dat de Rechtbank deze maatstaf niet heeft toegepast, waardoor de bestreden beschikking niet in stand kan blijven. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank en wijst de zaak terug naar de Rechtbank te Zwolle-Lelystad voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.