ECLI:NL:HR:2006:AW6731
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Omzetting van een Engelse ‘conspiracy’-veroordeling en de toetsing aan Nederlands recht
In deze zaak gaat het om de omzetting van een Engelse veroordeling tot gevangenisstraf in Nederland. De veroordeelde was betrokken bij een 'conspiracy' tot het leveren van gecontroleerde drugs, zoals cocaïne en heroïne, en was hiervoor door het Crown Court te Liverpool veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. De Nederlandse rechter diende te beoordelen of de tenuitvoerlegging van deze veroordeling in Nederland toelaatbaar was, op basis van artikel 28.3 van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS). De rechtbank te Dordrecht had de tenuitvoerlegging toegestaan, maar de Hoge Raad oordeelde dat de feiten die aan de Engelse veroordeling ten grondslag lagen, niet zonder meer konden worden gekwalificeerd als overtredingen van de Nederlandse Opiumwet. De Hoge Raad concludeerde dat de feiten, zoals vastgesteld door de Engelse rechter, niet direct overeenkwamen met de Nederlandse strafbare feiten en dat de opgelegde straf in Nederland niet in overeenstemming was met de Nederlandse wetgeving. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verwees de zaak terug naar de rechtbank te Dordrecht voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de Nederlandse rechter om zorgvuldig te toetsen of buitenlandse veroordelingen voldoen aan de Nederlandse rechtsnormen, vooral in zaken die betrekking hebben op drugsmisdrijven.