ECLI:NL:HR:2005:AT7122
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de kwalificatie van buitenlandse strafvonnissen en de toepassing van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
In deze zaak gaat het om de cassatie van een uitspraak van de Rechtbank te Rotterdam, die verlof had verleend tot de tenuitvoerlegging van een Venezolaans strafvonnis. De veroordeelde, geboren in 1979, was door het Tribunal de Ejecución del Circuito Judicial Penal del Estado Nueva Esparta in Venezuela veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf voor medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De Nederlandse rechter diende te beoordelen of deze veroordeling naar Nederlands recht kon worden gekwalificeerd. De Hoge Raad oordeelde dat de opvatting dat de Nederlandse rechter niet tot een andere kwalificatie zou mogen komen dan de buitenlandse rechter onjuist was. De Hoge Raad benadrukte dat de Nederlandse rechter op basis van de feiten die de buitenlandse rechter aan zijn veroordeling ten grondslag heeft gelegd, moest vaststellen welk strafbaar feit dit naar Nederlands recht opleverde. De Rechtbank had echter niet de vereiste motivering gegeven voor de opgelegde straf en had de WOTS niet correct toegepast, aangezien deze wet niet voorziet in een verkorte uitspraak. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar de Rechtbank te Rotterdam voor een nieuwe behandeling.