ECLI:NL:HR:2006:AV2386
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- W.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over het verschoningsrecht in een strafzaak betreffende de gewelddadige dood van een 3-jarig meisje
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 mei 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een beklag van de Stichting Thuiszorg Groot Rijnland. De stichting verzet zich tegen de inbeslagname van een medisch dossier van een 3-jarig meisje, dat gewelddadig om het leven is gekomen. De zaak draait om de vraag of het verschoningsrecht van de artsen in dit geval kan worden doorbroken door zeer uitzonderlijke omstandigheden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er sprake was van zulke omstandigheden, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze beslissing ontoereikend gemotiveerd is. De Hoge Raad stelt dat het maatschappelijk belang van waarheidsvinding moet wijken voor het recht op geheimhouding, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit recht te doorbreken. De rechtbank had niet voldoende onderzocht of de relevante gegevens niet op andere wijze konden worden verkregen. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afwegingen bij het doorbreken van het verschoningsrecht, vooral in gevoelige zaken zoals deze, waarin de dood van een kind centraal staat.