ECLI:NL:HR:2006:AV2365
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Bewijswaardering bij verzet tegen aanhouding door verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 april 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1961 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Grittenborgh' te Hoogeveen, was in hoger beroep veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder mishandeling en belediging van een politieambtenaar. De verdachte had zich verzet tegen zijn aanhouding door een politieambtenaar, wat leidde tot de tenlastelegging van feiten C4 en C5. Het Hof had de bewezenverklaring van deze feiten gebaseerd op verklaringen van één getuige, wat volgens de Hoge Raad in strijd is met artikel 342, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad oordeelde dat het bewijs niet uitsluitend op de verklaring van één getuige mag steunen, en dat de bewezenverklaring van de feiten C4 en C5 ontoereikend gemotiveerd was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor zover het de feiten C4 en C5 betrof, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige. Tevens werd opgemerkt dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat van belang is voor de strafoplegging bij de terugverwijzing.