ECLI:NL:HR:2004:AO3233
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis en schadevergoedingsmaatregel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder door het Hof ontslagen van alle rechtsvervolging wegens poging tot doodslag, maar werd wel geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor een termijn van één jaar. De Hoge Raad oordeelde dat indien de strafrechter een last geeft tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, terwijl er al een civielrechtelijke plaatsing op basis van de Wet BOPZ is, de laatstgenoemde plaatsing eindigt bij het onherroepelijk worden van de strafrechtelijke last. Dit betekent dat de strafrechtelijke maatregel voorrang heeft.
Daarnaast werd er een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, maar de Hoge Raad oordeelde dat deze niet mogelijk is wanneer de verdachte van alle rechtsvervolging is ontslagen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover deze de verplichting tot schadevergoeding oplegde, maar verwierp het beroep voor het overige. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke regelgeving omtrent de combinatie van civielrechtelijke en strafrechtelijke plaatsingen in psychiatrische ziekenhuizen, en de voorwaarden waaronder schadevergoedingsmaatregelen kunnen worden opgelegd.
De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de verhouding tussen verschillende soorten plaatsingen en de gevolgen daarvan voor de rechten van de verdachte verduidelijkt. De uitspraak biedt ook inzicht in de toepassing van relevante artikelen uit het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering, en hoe deze in de praktijk moeten worden geïnterpreteerd.