ECLI:NL:HR:2006:AU4691
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over conservatoir derdenbeslag en de vermelding van een maximumbedrag
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Haarlem, waarin het beklag van klager over conservatoir derdenbeslag werd gegrond verklaard. De zaak betreft de vraag of het conservatoir beslag op de bankrekening van klager, dat was gelegd door de Officier van Justitie, terecht was opgeheven voor bedragen boven de € 20.000,-. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het beslag beperkt was tot het in het proces-verbaal vermelde bedrag van € 20.000,-. De wetgever heeft voor het conservatoir beslag de regeling van het conservatoir beslag in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering als uitgangspunt genomen, maar met specifieke uitzonderingen. De Hoge Raad benadrukt dat de vermelding van een maximumbedrag in het proces-verbaal niet bedoeld is om de maximale hoogte van het beslag te bepalen, maar om de vordering van de beslaglegger te verduidelijken. De beslissing van de Rechtbank was ontoereikend gemotiveerd, omdat niet duidelijk was waarom het bedrag van € 20.000,- als voldoende zekerheid werd beschouwd. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.