ECLI:NL:HR:2005:AU5166
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontvankelijkheid van bezwaarschrift tegen naheffingsaanslagen in kansspelbelasting en omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van de Vereniging X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 oktober 2004, betreffende naheffingsaanslagen in de kansspelbelasting en de omzetbelasting, alsook de daarbij opgelegde boetes. De naheffingsaanslagen, gedateerd 17 januari 2003, zijn aan belanghebbende bekendgemaakt door een deurwaarder op 18 januari 2003. De Inspecteur heeft het bezwaar tegen de aanslagen en boetebeschikkingen niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot beroep bij het Hof. Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad oordeelt dat de verzetdagvaarding, die door belanghebbende is ingediend, ook moet worden aangemerkt als een bezwaarschrift tegen de aanslagen. De Hoge Raad stelt vast dat belanghebbende voldoende heeft aangetoond bezwaar te hebben tegen de aanslagen en deze in rechte te willen bestrijden. Dit betekent dat de Inspecteur ten onrechte het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
Daarnaast wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, en wordt bepaald dat de Staat het griffierecht aan belanghebbende moet vergoeden. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van bezwaarschriften en de juiste behandeling van dergelijke procedures door de belastingautoriteiten.