ECLI:NL:HR:2005:AU3888
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Bewijs opzet bij poging doodslag en noodweer in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 november 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld voor medeplegen van doodslag en poging tot doodslag. De zaak draait om de vraag of de verdachte opzettelijk heeft gehandeld en of hij zich in een noodweersituatie bevond. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 20 juni 2001 heeft de verdachte, samen met mededaders, een gewapende confrontatie gezocht met de slachtoffers, waarbij hij op hen heeft geschoten. De Hoge Raad oordeelt dat er sprake was van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer, omdat de verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat hij de slachtoffers zou doden. Het hof had terecht geoordeeld dat de verdachte willens en wetens de confrontatie is aangegaan met een geladen vuurwapen, wat zijn beroep op noodweer ondermijnt. De Hoge Raad bevestigt dat de omstandigheden waaronder de verdachte handelde, niet rechtvaardigen dat hij zich op noodweer beroept, aangezien hij zelf de situatie heeft gecreëerd waarin geweld kon ontstaan. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de veroordeling van de verdachte tot tien jaar gevangenisstraf.