ECLI:NL:HR:2005:AT8940
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Beroepschrift vóór het einde van de termijn ter post bezorgd?
In deze zaak gaat het om de vraag of het beroepschrift van belanghebbenden tegen de uitspraak van de Inspecteur ter post is bezorgd vóór het verstrijken van de termijn, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht. De belanghebbenden, erfgenamen van A, waren in beroep gegaan tegen aanslagen in het recht van successie die hen waren opgelegd na de verkrijging uit de nalatenschap van A, die op 1 juli 1997 was overleden. Na bezwaar tegen de aanslagen had de Inspecteur deze verminderd, maar het Hof had het beroep van de belanghebbenden niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de termijn. Hierop hebben de belanghebbenden verzet aangetekend, maar het Hof verklaarde dit verzet ongegrond.
De belanghebbenden hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de belanghebbenden niet aannemelijk hadden gemaakt dat het beroepschrift tijdig was ter post bezorgd. De Hoge Raad heeft het verzet gegrond verklaard en gelast dat het Hof het onderzoek in de stand voortzet waarin het zich bevond. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbenden, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en is de Staat aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2005.