ECLI:NL:RBZWB:2022:126
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake omgevingsvergunning voor verbouwing
Op 17 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep inzake de intrekking van een omgevingsvergunning. De opposant had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, maar dit beroep werd op 14 oktober 2021 niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift te laat was ingediend. De opposant heeft verzet aangetekend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep buiten redelijke twijfel niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat de opposant niet om een zitting had verzocht en de rechtbank geen aanleiding zag om dit te doen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de beroepstermijn van openbare orde is en dat de beoordeling van de ontvankelijkheid van een rechtsmiddel niet afhankelijk is van de partijen. De opposant stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was vanwege een storing in het digitale systeem van de rechtbank, maar de rechtbank oordeelde dat de opposant ook op andere manieren tijdig beroep had kunnen instellen. De rechtbank volgde de opposant niet in zijn standpunt dat digitaal beroep verplicht was, aangezien artikel 8:36a van de Awb nog niet in werking was getreden voor deze zaak.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak in stand gelaten. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.