ECLI:NL:HR:2005:AT8185
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsaanbod in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 18 maart 2004, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1999. Aan belanghebbende was een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 60.737, welke na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot ƒ 59.537. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof zonder motivering is voorbijgegaan aan het bewijsaanbod van belanghebbende, dat betrekking had op de toepassing van de investeringsaftrek. Dit gebrek in de uitspraak van het Hof leidt tot de conclusie dat deze niet aan de wettelijke eisen voldoet.
De Hoge Raad gelast tevens dat de Staat het griffierecht van € 102 aan belanghebbende vergoedt en reserveert de beslissing omtrent de proceskosten tot de einduitspraak. De kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand worden voorlopig vastgesteld op € 644. De Hoge Raad benadrukt dat de overige klachten van belanghebbende geen behandeling behoeven, omdat deze niet tot cassatie kunnen leiden.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers als voorzitter, en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 24 juni 2005.