ECLI:NL:HR:2005:AT5968
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en deelnemingsvrijstelling
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 maart 2004, waarin het Hof de aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1999 van belanghebbende, X B.V., gegrond verklaarde. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 20.000.000, en na bezwaar van belanghebbende was deze door de Inspecteur gehandhaafd. De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij het beroepschrift aan het arrest is gehecht.
De Hoge Raad heeft op 25 november 2005 uitspraak gedaan. De Advocaat-Generaal J.A.C.A. Overgaauw had eerder geconcludeerd tot gegrondverklaring van het cassatieberoep en tot verwijzing van de zaak. Echter, de Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 322 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en werd de Staat aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden.
De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.