ECLI:NL:HR:2005:AT5469
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de onroerende zaakstatus van een grondreinigingsinstallatie
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. (voorheen A B.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Rotterdam voor het jaar 1996, opgelegd aan belanghebbende wegens het gebruik van een onroerende zaak aan de a-straat 1 te Q. De aanslag was gebaseerd op een heffingsgrondslag van ƒ 10.028.000, maar na bezwaar van belanghebbende heeft de Directeur Gemeentelijke Belastingen de aanslag gehandhaafd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak van de Directeur vernietigd en de aanslag verminderd tot ƒ 5.250.000. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De kern van het geschil was of de grondreinigingsinstallatie die door belanghebbende wordt gebruikt, moet worden aangemerkt als een roerende of onroerende zaak. Het Hof heeft geoordeeld dat de installatie, ondanks dat deze mobiel van opzet is, duurzaam ter plaatse is bestemd om te blijven. Dit oordeel is gebaseerd op verschillende feiten, waaronder de constructie van de installatie, het gewicht van ten minste 120 ton, en het feit dat de installatie sinds 1986 op dezelfde locatie staat. Het Hof heeft vastgesteld dat de installatie deel uitmaakt van het bedrijfscomplex en dat er geen sprake is van een tijdelijke aanwezigheid.
De Hoge Raad heeft het beroep ongegrond verklaard en het oordeel van het Hof bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting heeft gegeven en dat de motivering van het oordeel voldoende was. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos en vier andere raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 13 mei 2005.