ECLI:NL:HR:2005:AT3027
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over taxatierapport en de verplichting tot indiening bij het Hof
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 mei 2003, betreffende de beschikking van de gemeente Ter Aar over de waarde van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z. De waarde was vastgesteld op ƒ 1.006.000 (€ 456.502) voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de heffingsambtenaar de beschikking, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelt dat de heffingsambtenaar verzuimd heeft het taxatierapport, dat op de zaak betrekking heeft, in te dienen bij het Hof. Dit rapport was essentieel voor de beoordeling van de waarde van de onroerende zaak en had volgens artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht ingediend moeten worden. De Hoge Raad stelt vast dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd of het verzuim van de heffingsambtenaar is opgemerkt en of hieraan gevolgen zijn verbonden. Hierdoor is de uitspraak van het Hof onvoldoende met redenen omkleed.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt de gemeente Ter Aar gelast om het griffierecht van € 87 aan belanghebbende te vergoeden. De Hoge Raad benadrukt dat de cassatieprocedure geen ruimte biedt voor het aanvoeren van nieuwe feiten, waardoor de grondwaarde uit het later ontvangen taxatierapport niet in de beoordeling kan worden meegenomen.