ECLI:NL:HR:2005:AS8455
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Verjaring van aansprakelijkheidsvordering na medische ingreep
In deze zaak gaat het om de verjaring van een aansprakelijkheidsvordering die is ingesteld door [eiseres] tegen [betrokkene 1] en het St. Elisabeth Ziekenhuis. De vordering betreft schade die [verweerder] heeft geleden na een operatie op 6 april 1993. [Verweerder] heeft [betrokkene 1] aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van deze operatie, maar de rechtbank oordeelde dat de verjaringstermijn van de vordering was aangevangen op 9 april 1993 en was geëindigd op 9 april 1998. Dit oordeel werd door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch bevestigd, maar [eiseres] ging in cassatie.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof ten onrechte de verjaringstermijn zo vroeg heeft laten ingaan. De Hoge Raad oordeelde dat de verjaringstermijn pas begint te lopen op de dag na die waarop de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van zijn schade in te stellen. In dit geval was [verweerder] pas in 1998, na ontvangst van het volledige medische dossier, op de hoogte van de oorzaak van zijn schade en de identiteit van de mogelijk aansprakelijke persoon.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens is [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 369,18 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.