De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 10 september 1993 een comparitie van partijen gelast en bij tussenvonnis van 13 januari 1995 de zaak naar de rol verwezen voor akte uitlating door ieder van partijen.
Na aktewisseling door partijen heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 1 december 1995 een deskundigenonderzoek bevolen en een deskundige benoemd.
Na deskundigenbericht heeft de rechtbank bij vonnis van 7 maart 1997 bepaald dat de in het dictum van dit vonnis beschreven vrijstaand woonhuis met tuin/erf aan de [a-straat 1] te [plaats] onderhands wordt verkocht voor ten minste ƒ 335.000,--, dat een perceel grond aan de [b-straat 1] te [plaats] met de daarop aanwezige opstallen en opstanden voor een prijs van ƒ 401.000,-- aan een in het vonnis genoemde derde wordt verkocht, tenzij [verweerder 6] binnen veertien dagen schriftelijk verklaart dat toedeling van die zaak wenst voor die prijs, en dat de netto-opbrengst van deze verkopen op een rentegevende rekening van de notaris wordt gestort, en een nadere schriftelijke toelichting door de deskundige bevolen ter zake van de in het dictum vermelde verpachte percelen.
Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard eindvonnis van 18 juli 1997 heeft de rechtbank zowel ten aanzien van de nalatenschap als ten aanzien van het vennootschapsvermogen de verdelingen vastgesteld op de wijze als in het dictum van dit vonnis is aangegeven. De rechtbank heeft in haar eindvonnis tevens de wijze bepaald waarop de (met name genoemde) overbedeelde deelgenoten ten behoeve van de (met name genoemde) deelgenoten de bedragen dienen te voldoen van hun overbedeling en dat iedere deelgenoot zijn deel van de kosten van de deskundige betaalt alsmede van de kosten verbonden aan de uitvoering van de verdeling.
Tegen de vonnissen van 10 september 1993, 13 januari 1995, 1 december 1995, 7 maart 1997 en 18 juli 1997 heeft [eiser 1] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Daarbij heeft hij primair - kort gezegd - gevorderd te bepalen dat alle litigieuze onroerende zaken alsnog ten overstaan van een notaris openbaar worden verkocht en dat de verkoopopbrengst tussen de deelgenoten in gelijke delen wordt verdeeld.
[Verweerder 3] heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. [Verweerders 1 en 2] hebben bevestiging van de bestreden vonnissen gevorderd en in het incidenteel hoger beroep geconcludeerd tot referte.
[Verweerder 6] heeft het principaal hoger beroep van [eiser 1] en het incidenteel hoger beroep van [verweerder 3] bestreden.
Bij tussenarrest van 27 maart 2000 heeft het hof de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van [eiser 1].
Vervolgens hebben thans eisers tot cassatie sub 2 en 3 - verder te noemen: [eisers 2 en 3] - een incidentele conclusie tot tussenkomst genomen.
Het hof heeft bij tussenarrest van 25 september 2000 in het incident [eisers 2 en 3] als tussenkomende partijen in het geding toegelaten en in het principaal en incidenteel appel de zaak naar de rol verwezen opdat partijen bij memorie na tussenarrest zich zouden kunnen uitlaten over het aantal en de persoon van de te benoemen deskundige(n) en over de in het arrest in concept geformuleerde vragen.
Bij tussenarrest van 18 juni 2001 heeft het hof een deskundigenonderzoek gelast, een deskundige benoemd en twee vragen geformuleerd, bij tussenarrest van 15 oktober 2001 heeft het hof de zaak naar de rol verwezen voor uitlating door partijen over een nieuw te benoemen deskundige en bij tussenarrest van 25 februari 2002 heeft het hof een andere deskundige benoemd.
Na deskundigenbericht heeft het hof bij eindarrest van 23 september 2003 de vonnissen van de rechtbank van 10 september 1993, 13 januari 1995, 1 december 1995 en 7 maart 1997 bekrachtigd, het eindvonnis van de rechtbank, voor zover daarin is beslist in het dictum onder Ii, Iii, Ivii en Iviii, vernietigd en, in zoverre opnieuw rechtdoende, opnieuw de verdeling van bedoelde zaken vastgesteld tegen de waarde per 18 juli 1997 met een aan deze waarden aangepaste vaststelling van de overbedelingsvorderingen.
De arresten van het hof van 25 september 2000, 18 juni 2001, 15 oktober 2001, 25 februari 2002 en 23 september 2003 zijn aan dit arrest gehecht.