ECLI:NL:HR:2005:AS5756
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Oordeel over naheffingsaanslag loonbelasting en bewijsvoering bij Poolse werknemers
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, een onderneming, is opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1996. De naheffingsaanslag bedroeg ƒ 4.107.235, met een verhoging van de nageheven belasting van honderd procent. Na bezwaar is de aanslag verminderd tot ƒ 3.594.304, maar belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verder verlaagde tot ƒ 2.246.440. De Staatssecretaris ging in cassatie, waarbij de Advocaat-Generaal concludeerde tot ongegrondverklaring van het beroep.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn gedachtegang met betrekking tot de toepassing van artikel 27e van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Dit artikel bepaalt dat als de vereiste aangiften niet zijn gedaan, het beroep ongegrond verklaard dient te worden, tenzij blijkt dat de uitspraak op het bezwaar onjuist is. De Hoge Raad stelt vast dat belanghebbende geen aangiften heeft gedaan voor de loonbelasting over de Poolse werknemers, wat betekent dat de vereiste aangiften niet zijn gedaan. Het Hof heeft dit niet voldoende onderkend, waardoor de uitspraak niet in stand kan blijven.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad benadrukt dat de Inspecteur niet de last had om aan te tonen dat belanghebbende had besloten van verhaal af te zien, maar dat het Hof had moeten beoordelen of de Inspecteur zich in redelijkheid op dat standpunt heeft kunnen stellen. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd en de zaak wordt verwezen voor verdere beoordeling.