ECLI:NL:HR:2005:AR6199
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over beëindiging huurovereenkomst en ontruiming van woning
In deze zaak gaat het om een huurrechtelijk geschil tussen eiser en verweerster, waarbij eiser de beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vordert. Eiser, eigenaar van de woning, heeft verweerster, zijn zus, op verkorte termijn gedagvaard voor de kantonrechter te Terborg. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, maar het gerechtshof te Arnhem heeft dit vonnis vernietigd en de vordering afgewezen. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht heeft geoordeeld dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik. Eiser heeft aangevoerd dat de verhuizing noodzakelijk is voor de gezondheid van zijn echtgenote, die astmapatiënte is. Echter, het hof heeft geconcludeerd dat de medische verklaring van de longarts niet voldoende onderbouwt dat er een dringende noodzaak bestaat om te verhuizen naar een andere omgeving. De Hoge Raad verwerpt het beroep van eiser en bevestigt de beslissing van het hof, waarbij eiser in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld.